Onderhoud eSSen

De 10 eSSen is een handig hulpmiddel om te hanteren vóór en na je aan een wedstrijd of training begint. Aan de hand van deze 10 dingen kun je snel controleren of je MTB aan onderhoudsbeurt toe is.

PS: Deze lijst is niet uitputtend, maar slechts een steuntje in de rug.

Schoonmaken

Direct na elke training. Verwijder grof vuil met een houten handveger!

Spuiten

Dit doe je alleen als de fiets heel erg vuil is. De fiets in ieder geval nooit met hoge druk afspuiten maar met een slap water straaltje en een borsteltje. Zo wordt het water niet in afdichtingen en kabels geperst waardoor roest en een hoge slijtage optreedt of ze zelfs vast gaan zitten. Gebruik -als je er een hebt- een compressor met blaaspistool voor droogblazen.

Spray

Smeer de bewegende in delen met Teflonolie of -spray (met name de ketting, wel eerst droog en schoon vegen met een droge doek) om alles soepel te laten bewegen. Spuit siliconenspray op het frame, zodat vuil makkelijker lost bij het schoonmaken. Nooit olie of spray op velgrand, remblok of schijf laten komen (ook niet de spuitnevel) omdat dan de remwerking gevaarlijk vermindert!

Stuiteren

hoor je iets rammelen? Zo merk je meteen of er iets loszit aan de MTB, als je iets hoort zal dat meestal met het balhoofd, wiel of trapas te maken hebben, omdat het frame als klankkast fungeert.

Stuur

Zit dit goed vast? Controleer dit door voorwiel te klemmen tussen de benen en probeer het stuur te bewegen, staat het stuur gecentreerd t.o.v. voorwiel? Zit er geen speling op het balhoofd?

Stoppers

Werken de remmen goed? Kun je de remhendels niet te ver indrukken? Zit er nog remvoering op de remblokken. Bij minder dan 2 mm loop je het gevaar van metaal-metaalcontact waardoor de velgen of remschijf versneld slijt. Loopt de remkabel soepel, komt na inknijpen de remhendel weer snel in zijn oorspronkelijke stand?

Schakelen

Schakelt de MTB goed op en af en wordt per schakelactie echt het volgende tandwiel opgepakt? Schakel alleen als de crank vooruit wordt gedraaid. Controleer ook de ketting op slijtage. Als je die op het grootste voorblad legt, mag je hem niet meer dan een halve tand van het tandwiel kunnen trekken (in de rijrichting). Het vaker wisselen van een ketting zorgt er voor dat je langer kunt doen met de veel duurdere cassette en/of voortandwielen. Zet als je de fiets voor langere tijd wegzet de ketting op het tandwiel waarbij de veer van de derailleur in ontspannen toestand komt (voor en achter meestal ketting op kleinste tandwiel). Zo gaat de derailleurveer het langst mee.

Spanning van de Banden

Staan deze niet te slap of te hard? 2 ATO is de streefwaarde.

Spaken en Wielen

Zitten er spaken minder strak, zijn er geen spaken gebroken? Zitten er deuken in de velg of slagen in de wielen?

Snelspanners van de Wielen

Zitten deze vast en wijzen ze naar achteren?